De 3 meest besproken juridische rechtsregels uit ‘Mr. Frank Visser doet uitspraak’

 in Geen categorie

Mr. Frank Visser (66) – voorheen ook Rijdende Rechter – is sinds februari 2017 gestopt als rechter, maar met pensioen gaan: ho maar! In zijn televisieprogramma ‘Mr. Frank Visser doet uitspraak’, dat vanaf deze week voor het vijfde seizoen draait, buigt mr. Visser zich wederom over allerlei soorten geschillen. Collega-reporter Jakko schreef al eerder een blog over de juridische gebondenheid van uitspraken van mr. Visser (link).

Ondanks dat elk geschil in het programma uniek is, zijn er bepaalde rechtsregels die vaak hun terugkeer vinden. Daarom hier een overzicht van de 3 meest gebruikte rechtsregels uit het programma!

1. Hinder

Hinder kan in allerlei vormen bestaan. Zo worden Bep en haar man Gerrit helemaal gek van het gekakel van de haan van buurman Maarten. Het is zo erg dat zij maar één oplossing zien: weg met die haan! Buurman Maarten is echter dol op Kukel en is dus absoluut niet van plan om hem weg te doen.

Veroorzaakt Kukel onrechtmatige geluidshinder, of hebben Bep en Gerrit het gekakel maar te accepteren? Het antwoord op de vraag of sprake is van onrechtmatige hinder hangt volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in Nederland, af van de volgende omstandigheden:

  • de aard van de hinder. Zo is niet iedere vorm van geluidshinder onrechtmatig. Buren hebben gewone leefgeluiden van elkaar te dulden. Dat zijn geluiden die bij normale bewoning onvermijdelijk zijn.
  • de ernst en duur van de hinder. Dat moet objectief worden vastgesteld, het liefst door een onafhankelijk deskundige. Waarom telt je eigen mening minder zwaar? Dat heeft ermee te maken dat iedereen hinder op een andere manier ervaart. De één heeft een hoger tolerantieniveau dan de ander.
  • de toegebrachte schade (indien aanwezig).
  • de overige omstandigheden van het geval. Dit is een vaag criterium, maar wel van belang! Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld de plaatselijke omstandigheden, de betrokken belangen en de mogelijkheid om maatregelen te nemen die de hinder beperken. Zo heeft mr. Visser ooit bepaald dat iemand een ‘dictator’ moest aanbrengen aan zijn deur. Een dictator voorkomt het hard dichtslaan van een deur (link naar uitspraak).

Wil je weten of Kukel uiteindelijk weg moest van mr. Visser? Klik hier om de aflevering terug te zien of klik hier om de uitspraak van mr. Visser te lezen.

2. Verjaring

Verjaring speelt in het programma vooral een grote rol bij ‘landjepik’: buurman A beweert dat buurman B grond in bezit heeft van buurman A. Hoe zit dat precies juridisch?

Om te beginnen geldt voor de eigendom van een stuk grond artikel 5:1 BW als uitgangspunt:

Artikel 5:1 BW

1. Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.

2. Het staat de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen.

De eigenaar van een stuk grond (buurman A) mag dus iedereen verbieden om gebruik te maken van zijn grond.

Maar hoe weet je dan welke grond van buurman A en van buurman B is?

Daarvoor kunnen we terecht bij het Kadaster. Het Kadaster heeft kaarten van percelen waarin precies staat waar de kadastrale erfgrens ligt. Duidelijk genoeg, zou je denken. Toch ligt de realiteit soms iets anders. Een kadastrale erfgrens hoeft namelijk niet altijd de werkelijke erfgrens te zijn. Door verjaring kan de kadastrale erfgrens ‘opschuiven’.

Welke eisen worden er gesteld aan verjaring?

Een buurman die een stuk grond van een andere buurman gebruikt is meestal niet ’te goeder trouw’: hij wist of behoorde te weten dat de grond niet van hem was. In dat geval stelt artikel 3:105 BW twee eisen:

  1. Buurman B moet de stuk grond in bezit hebben. Dat doet hij bijvoorbeeld door zijn hek of schutting te verschuiven op de grond van buurman A. Met andere woorden: hij moet een bezitsdaad uitvoeren (zie artikel 3:113 BW). Buurman B moet dus aan de buitenwereld laten zien dat het stuk grond ‘van hem’ is.
  2. Het stuk grond moet buurman B minstens 20 jaar in bezit hebben (zie artikel 3:306 BW).

Heeft buurman B langer dan 20 jaar grond in bezit van buurman A? Dan verliest buurman A in beginsel zijn eigendomsrecht en kan gezegd worden dat de kadastrale erfgrens afwijkt van de werkelijke erfgrens.

foto van Mr. Frank Visser doet uitspraak.

3. Beplantingen

Uitgangspunt is dat het iedereen vrijstaat om bomen en struiken in zijn tuin te planten. Buren hebben daarvan afkomstige blaadjes, besjes e.d. in de regel van elkaar te dulden, tenzij natuurlijk sprake is van onrechtmatig hinder. Beplantingen die te dicht op de erfgrens staan, zijn echter niet toegestaan:

Artikel 5:42

1. Het is niet geoorloofd binnen de in lid 2 bepaalde afstand van de grenslijn van eens anders erf bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is.

2. De in lid 1 bedoelde afstand bedraagt voor bomen twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de heesters en heggen een halve meter, tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten.

Dus: bomen die minder dan 2 meter van de erfgrens staan, komen voor verwijdering in aanmerking. Een buurman mag dan eisen dat de boom wordt weggehaald. Deze afstand (2 meter) kan kleiner zijn als dat in een verordening is bepaald. Welke verordening voor jou geldt, hangt ervan af in welke gemeente of provincie je woont. Iedere gemeente of provincie mag namelijk een eigen verordening vaststellen.

Mr. Frank Visser doet uitspraak is iedere maandag om 20:30 uur te zien op SBS6!

Recent Posts
Reacties

reactie plaatsen

Start typing and press Enter to search