Staat de persoonlijke mening van rechters onder druk?
“Rechter trekt zich terug uit tabakszaak”, werd eind september uitgebreid door de media gedeeld. Raadsheer Jan Wolter Wabeke van het gerechtshof Den Haag, één van de rechters die zich bezighield met de klachtprocedure in de tabakszaak, werd door strafrechtadvocate Bénédicte Ficq beschuldigd van vooringenomenheid doordat Wabeke tijdens een informeel etentje een persoonlijke opmerking zou hebben gemaakt over roken. Uiteindelijk heeft Wabeke zichzelf teruggetrokken uit de zaak. Nu, enkele maanden later, gaat Wabeke met verplicht pensioen omdat hij 70 jaar is geworden. In interviews met diverse media blikt hij terug op deze zaak en uit hij zorgen tegenover zijn collega-rechters. Staat de persoonlijke mening van de rechter onder druk?
Aanleiding voor de tabakszaak en de art. 12 Sv-klachtprocedure
Bénédicte Ficq deed in 2016 namens haar cliënt Anne Marie van Veen (longkankerpatiënt) en een aantal maatschappelijke organisaties aangifte tegen tabaksproducenten in Nederland. De aangifte was gebaseerd op zware mishandeling met de dood als gevolg (art. 302 lid 1 jo. lid 2 Sr) en valsheid in geschrifte (art. 225 Sr). Volgens Ficq heeft de tabaksindustrie namelijk sigaretten bewust verslavend en (meer) schadelijk (voor de gezondheid) gemaakt dan wettelijk is toegestaan.
Het Openbaar Ministerie heeft naar de aangiftes gekeken en besloot om de tabaksproducenten niet te gaan vervolgen. Kort gezegd vindt het OM dat roken weliswaar schadelijk is voor de gezondheid van rokers, maar dat rokers zich wel (evt. met grote moeite) kunnen onttrekken aan deze schade. Het volledige analyserapport van het OM kun je hier lezen. Als reactie op dit besluit van het OM startte Ficq een zogenoemde ‘art. 12 Sv-procedure’. Deze procedure houdt in dat je als belanghebbende een klacht kunt indienen bij het gerechtshof over het besluit van het OM om niet te gaan vervolgen. Als het gerechtshof vindt dat vervolging kan van slagen zou hebben, dan kan het gerechtshof het OM dwingen om alsnog tot vervolging over te gaan.
‘Roker is zelf verantwoordelijk’
Raadsheer Wabeke was één van de rechters die betrokken was in deze art. 12-procedure. Hij zou dus meebeslissen over het verzoek van Ficq. Op enig moment – onbekend is hoe, wanneer en door wie – verneemt Ficq dat Wabeke tijdens een informeel etentje zou hebben gezegd dat “roken ieders eigen verantwoordelijkheid” is. Ficq vreest dat haar zaak bij het gerechtshof hierdoor nadelig wordt beïnvloed. In plaats van Wabeke te wraken verzoekt Ficq dat rechter Wabeke zichzelf uit eigen beweging terugtrekt uit de zaak. Dat noemen we verschonen. De raadsheer is bereid zich te verschonen, en de verschoningskamer – die toestemming moet geven voor de verschoning – wijst het verzoek toe (te vinden onder ECLI:NL:GHDHA:2018:2470).
Een zaak als deze brengt een interessante discussie aan het licht. Hoe ver mag een rechter gaan met het uiten van zijn persoonlijke mening?
Rechters maken onderdeel uit van de derde staatsmacht (de rechterlijke macht), en hebben een groot aantal bevoegdheden. Zo kunnen rechters beslissen dat jij als burger een paar maanden de gevangenis in moet omdat je een grote oplichter bent. Maar ze kunnen ook beslissen dat jouw verkeersboete, waarvan jij vindt dat je die geheel onterecht hebt gekregen, wordt kwijtgescholden. Rechters hebben dus veel bevoegdheden, en bij bevoegdheden horen ook verantwoordelijkheden.
Rechterlijke integriteit is één van deze verantwoordelijkheden. Rechters moeten integer zijn: zij moeten zich niet in het publieke debat mengen in discussies. Meediscussiëren onder Facebookposts van nu.nl zoals je op de afbeelding (hieronder) ziet, is bijvoorbeeld not done. Desondanks kan ik begrijpen dat rechters soms een kriebelend gevoel krijgen als ze bepaalde onjuistheden constateren in de media, en daarom graag willen vertellen hoe het nu écht zit. Dat is echter niet de taak van een rechter: een rechter spreekt via zijn uitspraak, en eventueel daarna met ondersteuning van een persrechter om een toelichting te geven over de uitspraak. En dat is het.
Steeds meer rechters worden ook actief op social media zoals Twitter. Dat is in mijn ogen een goede ontwikkeling, omdat daarmee de afstand tussen de samenleving en de rechterlijke macht kleiner wordt. Het is belangrijk dat de rechtspraak en de samenleving dicht bij elkaar staan. Maar aan bijvoorbeeld Twitteren kunnen ook nadelige gevolgen kleven. Bij elke tweet die een rechter stuurt moet hij of zij goed nadenken of met het sturen van de tweet de rechterlijke integriteit niet op het spel staat. Dat dit een keer fout is gegaan, bleek een aantal jaren geleden. Zo reageerde een rechter op een Twitter-post waarin stond “Geert W. politicus van het jaar. #nepverzieking” met de volgende tekst:
“Knettergek”
Hoewel hier misschien iets voor valt te zeggen, is het niet integer als een rechter in het publieke debat een andere staatsmacht (de wetgevende macht) op deze manier persoonlijk bekritiseert. De rechter heeft uiteindelijk ook in overleg besloten om haar Twitteraccount maar te verwijderen.
Maar moet een rechter dan zelfs de ’toga’ aan bij een informeel etentje?
Nog even weer terug naar raadsheer Wabeke. Hij zou tijdens een privé-etentje gezegd hebben dat roken ieders eigen verantwoordelijkheid is. Dat viel niet in goede aard bij Ficq. Vanuit het perspectief van Ficq kan ik haar bezorgdheid begrijpen, omdat je als belanghebbende geen enkel risico wilt lopen dat je zaak hierop stukloopt. Een art. 12-procedure is namelijk het laatste ‘redmiddel’ voor Ficq. Maar aan de andere kant: was datgene wat Wabeke zei nou zó desastreus waardoor de rechterlijke onafhankelijkheid op het spel stond? De raadsheer zegt zelf daarover in interviews het volgende:
“Het ging om een informeel privé-etentje ruim drie maanden daarvoor, toen ik nog niet eens wist of ik de zaak zelf zou gaan doen. Ik weet nog steeds niet of ik zoiets heb gezegd, wie weet nou nog precies wat hij maanden daarvoor zei? En mocht ik al zoiets hebben gezegd, dan sluit dit niet uit dat ook anderen een verantwoordelijkheid hebben voor het roken. Of dat er oneerlijke meetmethodes van sigaretten zouden zijn. Daar ging de zaak om.”
De raadsheer besloot echter tóch om zich te verschonen. Maar waarom? Daarover zegt hij:
“Op televisie werd mij het verwijt gemaakt dat ik informatie uit het rechtersberaad over de zaak publiek had gemaakt. Dat is een schending van een van de basisregels voor rechters en dat raakte mij. Ook al klopte het zoals gezegd volstrekt niet. (…) Wanneer deze advocate [Ficq] zou binnenkomen [in de rechtszaal voor de art. 12-procedure], zou bij mij irritatie opkomen, die de rol van onpartijdig en verbindend voorzitter in de weg zou staan. Juist alles waarvoor ik wil staan als rechter.” [toevoeging auteur]
Het besluit van de raadsheer om zichzelf terug te trekken leidde tot veel verbazing. Een aantal mensen vindt dat de raadsheer niet moest buigen voor deze zogeheten trial by media. Het is ook maar de vraag wat de wrakingskamer had geconcludeerd als Wabeke zichzelf niet had verschoond. De wrakingskamer had in dat geval moeten beoordelen of de rechterlijke onafhankelijkheid en/of onpartijdigheid (dat zijn twee verschillende begrippen) werd geschonden door de opmerking dat roken ieders eigen verantwoordelijkheid is.
Nu ben ik ook benieuwd naar jouw mening. Stel dat jij lid zou zijn geweest van deze wrakingskamer en moest beoordelen of raadsheer Wabeke zich moest terugtrekken uit de zaak. Wat zou jij hebben besloten? In mijn volgende Facebook-post zal ik een poll openen waarin je kunt stemmen!
NB: Toevallig heeft het gerechtshof vandaag (6-12-18) uitspraak gedaan in de klachtzaak. Het hof heeft het bevel tot strafrechtelijke vervolging van tabaksproducenten afgewezen. Lees hier het persbericht op rechtspraak.nl.